De inwoners van Zweden zouden volgens de
reisgids tot de vriendelijkste mensen van Europa behoren. Maar daarvan is op de
Lisebergs camping Askim Strand bij Göteborg niks te
merken. We stappen de indrukwekkende receptie binnen en stappen direct op een
van de medewerkers achter de balie af. De medewerker kijkt ons een beetje
vreemd aan en wijst dan naar de nummertjesmachine. Een nummertje in een ruimte
waar geen klanten, maar wel veel personeel is. Op vakantie. Op vakantie! Zullen
we omdraaien? Nee, we geven het nog een kans.
Ja, er is nog wel plek op de camping. Of we
een campingcard hebben. Nee dus. Dan moeten we die eerst kopen, voor twintig
euro. We vragen waar die campingcard voor is. ‘Insurance and other things’ is
het antwoord. Wat voor ‘other things’ dan? Nouja, eigenlijk niets anders,
alleen insurance. Insurance voor wat dan? ‘You need it. Just pay!’ Heerlijk he,
personeel dat klanten van alles moet verkopen, maar geen idee heeft wat ze
eigenlijk verkopen. Zullen we omdraaien?
Plekje nummer 8 is nog vrij, bromt de
medewerker achter de balie. We spieken door het raam naar buiten. Volgens mij
zijn de nummers 9 tot en met 100 ook wel vrij (laagseizoen). Ik vraag of we
misschien zelf een mooi plekje mogen uitzoeken. Schoorvoetend krijg ik een plattegrond
met vijf omcirkelde plekjes mee. We bekijken ze stuk voor stuk. Ik geloof dat
we nog niet eerder op zulke kleine plekjes stonden. We kiezen er toch eentje en
parkeren de caravan. We draaien de pootjes uit, pakken een drankje, zetten Abe
in een badje en ik fiets terug naar de receptie.
‘Het is nummer 58 geworden’, meld ik me bij de
balie. ‘Dat kan niet, die is al bezet’. Ik check de plattegrond, er staat toch
echt een cirkeltje om nummer 58. ‘De mensen die nu onder de slagbomen
doorrijden hebben net dat plekje uitgezocht.’ Punt. Niet meedenken, geen
excuses, geen klantvriendelijkheid kortom. We draaien de pootjes weer in,
gooien het badje leeg, klappen stoelen en tafel weer in en gaan op naar een
andere plek.
De volgende dag klopt een campingmedewerker op
onze caravandeur. Onze caravan staat verkeerd. Omdat de plekken zo inimini
zijn, eist de brandweer blijkbaar dat alle caravans met de dissel naar de weg
staan zodat ze snel weg te slepen zijn. Omdat de camping vrijwel leeg is en
onze eerste buren 20 plekken verderop staan, zeggen we de medewerker dat we
niet nog een keer de caravan verplaatsen. ‘But you have to’. Zucht. We houden
voet bij stuk.
Hier willen we geen nacht langer blijven.
Vandaag nog een was draaien en dan hups morgen weer verder. Op naar de receptie
om muntjes voor de wasmachine. Vergissing. We kunnen geen muntjes kopen maar de
hele wasruimte (meerdere machines en drogers) alleen per twee uren reserveren.
De eerstvolgende mogelijkheid is vanavond om 22.00 uur. Waaaaaaaaah, gek word
ik er van. Wat een vreselijke camping, met een akelige regeldrang en totaal
gebrek aan klantvriendelijkheid. Als vakantie je business is, zorg dan in ieder
geval dat je klanten dat vakantiegevoel hebben en houden.